AC-ventilatoren zijn ventilatoren die voorzien zijn van een AC-motor. In tegenstelling tot EC-motoren hebben AC-motoren meestal een kooianker- of kortsluitankerrotor met borstels. De elektrische wisselstroom die door de statorwikkelingen loopt, genereert een roterend magnetisch veld. Dit magnetisch veld induceert stromen in de rotorwikkelingen (de inductiewet van Faraday).
AC-motoren zijn de meest voorkomende motoren in industriële toepassingen en in de HVAC-industrie. Door het brede aanbod aan snelheidsregelaars en steeds intelligentere besturingsoplossingen lijken de mogelijke toepassingen eindeloos. AC-motoren zijn uiterst betrouwbaar en zeer robuust. Ze hebben nauwelijks onderhoud nodig en als ze stuk gaan, zijn ze relatief eenvoudig te repareren. AC-motoren zijn de industriestandaard en zijn daarom overal verkrijgbaar in een zeer breed vermogensbereik. Vanwege hun lange geschiedenis zijn er verschillende soorten AC-motoren:
Inductiemotoren zijn asynchrone motoren met een kortsluitankerrotor. De elektrische wisselstroom die door de statorwikkelingen loopt, genereert een roterend magnetisch veld. Dit magnetisch veld induceert stromen in de rotorwikkelingen (de inductiewet van Faraday). Deze geïnduceerde stromen wekken een magnetisch veld op in de rotor. De motor gaat draaien, maar het magnetische rotorveld loopt een beetje achter ten opzichte van het magnetische statorveld. Dit wordt de motorslip genoemd. De rotor draait bijgevolg niet helemaal synchroon met het roterende magnetische veld. Hoe hoger de belasting, hoe hoger de slip en hoe hoger het motorkoppel. Om deze reden worden deze motoren asynchrone motoren of inductiemotoren genoemd. Inductiemotoren zijn de standaard voor de meeste industriële toepassingen. In de HVAC-industrie worden inductiemotoren meestal gebruikt in grotere installaties.
Wereldwijd verbruiken elektromotoren ongeveer 60% van de totale gebruikte energie. Daarom is er de voorbije decenia veel tijd en energie gestoken in het energiezuiniger maken van elektromotoren. Dankzij de richtlijnen voor energie-efficiëntie zijn aanzienlijke energiebesparingen gerealiseerd. De energie-efficiëntie van inductiemotoren is gedefinieerd in de norm IEC 60034 30-1. Deze informatie wordt meestal vermeld op het naamplaatje van de motor. De volgende internationale classificaties zijn gedefinieerd:
Het grote verschil tussen deze varianten is het energieverbruik. In veel gevallen wordt meer koper gebruikt om verliezen te minimaliseren, in sommige IE3-motoren is de complete rotor gemaakt van koper. Dit verhoogt de aanschafprijs van de motor.
Spanningsregelbare motoren zijn asynchrone motoren, waarvan de snelheid kan worden geregeld door de spanning te verlagen. Wanneer de nominale spanning wordt toegepast, draait de motor namelijk op zijn standaard, hoge snelheid. Wanneer de motorspanning wordt verlaagd, zal de motor verhoudingsgewijs vertragen.
Wanneer de motorspanning afneemt, neemt ook het maximale motorkoppel af. Zolang de motor krachtig genoeg blijft om de belasting aan te drijven, kan het motortoerental worden verlaagd door de spanning te verlagen. Merk op dat niet alle motoren spanningsregelbaar zijn. Veelgebruikte spanningsregelbare motortypen zijn eenfasige permanente split-condensatormotoren (PSC) or eenfasige spleetpoolmotoren (shaded pole)..
Ook driefase motoren kunnen spanningsregelbaar zijn.
Of spanningsregeling mogelijk is, hangt niet enkel af van de motor zelf, maar ook af van de belasting die aan de motor is bevestigd. Als deze belasting een ventilator is, is het waarschijnlijker dat de motor spanningsregelbaar is. Een ventilator heeft een kwadratische koppelcurve. Dit betekent dat de relatie tussen motortoerental en motorkoppel niet lineair is. Als het ventilatortoerental bijvoorbeeld met 10 % wordt verlaagd, zal het vereiste koppel om dat toerental te handhaven 20 tot 30 % lager zijn dan het vereiste koppel om een hoog toerental te handhaven. Daarom zijn veel ventilatoren met wisselstroommotor spanningsregelbaar. Bij andere toepassingen dan ventilatie, waar bvb een constant koppel vereist is, is dit niet altijd mogelijk.
De motorsnelheid regelen door het variëren van de spanning is eenvoudig in vergelijking met andere snelheidsregelingen zoals bvb. tandwielkasten. Snelheidsregelaars voor AC-motoren zijn eenvoudig aan te sluiten en te bedienen of configureren. Bovendien zijn ze zeer robuust en betrouwbaar. Als ze stuk gaan, zijn ze gemakkelijk te vervangen of te repareren.
De volgende technieken kunnen worden gebruikt om de snelheid van spanningsregelbare wisselstroommotoren te regelen:
Elektromotoren: 4-polig, 50 Hz
Uitgangsvermogen [kW]
Efficiëntie [%]
Als een zeer hoge energie-efficientie gewenst is, gebruiken fabrikanten permanente magneetmotoren, zoals in de meeste IE4- en IE5-motoren. Motoren met permanente magneetrotoren moeten steeds worden aangestuurd door een frequentie-omvormer. In tegenstelling tot inductiemotoren wordt het magnetisch veld niet opgewekt door elektrische stromen in wikkelingen maar is het gewoon aanwezig door middel van de ingebouwde, permanente magneten.
Een AC-motor is een robuust apparaat met een lange levensduur. Het gebruik van een wisselstroommotor op lage snelheid voor een langere periode is echter niet zonder risico's. Bij lage snelheid koelt de motor zichzelf minder af (de meeste motoren hebben een ventilatorblad op de as om zichzelf af te koelen). Dit kan oververhitting van de motorwikkelingen veroorzaken, wat degeneratie van de isolatie kan veroorzaken. Dit kan elektrische lekkages, kortsluiting en uiteindelijk motorstoringen veroorzaken. Om motoruitval te voorkomen, is het belangrijk om te voorkomen dat de motor oververhit raakt.
Voor dit doel zijn de betere AC-motoren uitgerust met thermische contacten, ook wel TK genoemd. Deze TK-contacten gaan open bij oververhitting van de motor. Sommige ventilatorsnelheidsregelaars bieden extra bescherming tegen oververhitting via hun TK-bewakingsfunctie, die de motor deactiveert in geval van oververhitting zodat motorschade voorkomen wordt. Tegelijkertijd wordt de alarmuitgang ingeschakeld om een motorisch probleem aan te geven.
In geval van motoronderhoud of herstelling is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de motor tijdens de interventie uitgeschakeld is - en blijft. De oplossing hiervoor is een werkschakelaar met een UIT-positie die kan gezekerd worden. De technicus kan een hangslot gebruiken om de UIT-positie te vergrendelen. Dit biedt zekerheid dat de motor tijdens onderhoud niet wordt geactiveerd.
Werkschakelaars kunnen ook worden gebruikt om de motor los te koppelen in een noodgeval. De elektrische contacten zijn overgedimensioneerd zodat ze ook inductieve elektrische circuits kunnen onderbreken. De geforceerde normaal open contacten voldoen aan de vereisten voor belastingsonderbreking tot 690 Volt.
Meestal worden werkschakelaars geïnstalleerd in de buurt van de motor of bij de ingang van een kamer of zone.